Betekenissen volgens Van Dale

Tuin

tuin de; m -en omheind stuk grond, met bloemen, bomen en andere gewassen beplant: iem om de ~ leiden misleiden

Architect

ar·chi·tect [arsjietekt] de; m,v -en ontwerper van bouwplannen en adviseur bij de uitvoering daarvan

Tuinman

tuin·man de; m,v -nen iem die tegen betaling andermans tuin onderhoudt

Stijl 

                        1 stijl de; m -en 1 manier van schrijven 2 de gezamenlijke kenmerken ve richting of periode in de kunst, ve kunstenaar 3 wijze van handelen, (goede) 
   manier: dat is geen ~ geen manier van doen

2 stijl de; m -en 1 (bouwk) opstaand stuk dat andere delen steunt of waaraan 
               een deur, hek of venster is opgehangen 2 spijl ve hek of traliewerk

Omheining

om·hei·ning de; v -en 1 het omheinen 2 heg, hek, schutting enz. om iets heen

Park

                        park het; o -en 1 uitgestrekt terrein, meestal door vijvers en kunstmatige aanleg verfraaid 2 afgeperkte ruimte waar dieren in het wild leven 3 gezamenlijke vervoermiddelen of machines: machinepark, wagenpark

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 INLEIDENDE BEGRIPPEN

Maak jouw eigen website met JouwWeb