DE EERSTE TUINEN
De tuinkunst is in belangrijke mate door de bouwkunst beïnvloed: beide zijn als het ware als de zichtbare en tastbare neerslag van de geestelijke en culturele ontwikkelingsgang der mensheid te beschouwen, van hun levensbeschouwing en hun geestelijke materiële behoeften. Door wijziging van de levensopvattingen zijn de wijzigingen in het karakter van de tuin ontstaan. Evenwel dient te worden opgekerkt dat ook klimaat, bodemgesteldheid en landschappelijke omgeving hun invloed ten deze hebben doen gelden.
Vanaf de oudste geschiedenis heeft de mens specifieke gereedschappen om de grond te bewerken en legt hij zijn wil op aan de natuur om haar vruchtbaar te maken. Aanvankelijk is het omheinende terrein bij zijn woonplaats enkel utilitair; het heeft geen welbepaalde indeling, maar de ruimte voor het verbouwen van voedingsgewassen is afgesloten. Drieduizend jaar voor onze jaartelling heeft de sedentair geworden mens, die zijn akker wiedt om er graangewassen op te verbouwen, de tuin uitgevonden.
In het Midden-Oosten heeft de mens de woestijn gemetamorfoseerd tot een paradijs. De woestijnmens heeft ontdekt dat de aanwezigheid van water palmbomen doet gedijen. De beperkte verdamping verzekert een constante vochtigheidsgraad. Planten die wat teerder zijn, aarden dan weer goed onder die palmen. Dankzij het samenspel van zonnewarmte, de koelte van het water en de vruchtbaarheid van de grond, vormen de eerste tuinen een beheersbare ruimte.
Over de tuinen van de oudheid worden veel veronderstellingen gemaakt, maar wetenschappelijk gezien is er zeer weinig bewaard gebleven. Pas als de mens de tuin zó belangrijk gaat vinden dat er afbeeldingen van gemaakt worden, die tot op heden te bestuderen zijn, dan kan men er wat meer over te weten komen. Zo kunnen archeologische onderzoeken van muurschilderingen en ontcijferingen van oude teksten meer vertellen over de oudste kunsten, maar deze leveren geen informatie op over de tuinbouwtechnieken die men vroeger toepaste.
Maak jouw eigen website met JouwWeb