Tuinkunst

Van alle kunsten is de tuinkust wellicht de meest dubbelzinnige. Zij heeft altijd moeten voldoen aan zowel de eisen van gebruik als die van esthetiek. Bovendien vormt zij het meest directe raakvlak tussen natuur en cultuur.

De tuin daagt uit tot begrip van natuur en kunst, maar vraagt ook fysieke arbeid en geduld. Wat de mens met arbeid in de natuur tot stand brengt, is niet blijvend. Daarom moet hij met verschillende natuurlijke aspecten rekening houden. Zo moet hij zich instellen tot op de seizoenen, de wisseling van licht en schaduw en de grilligheid van de natuurlijke materialen. Toch door gebrek aan onderhoud gaat de natuur zich hernemen naar haar oorspronkelijke vorm, wat door menselijk ingrijpen verricht wordt.

 

Bij zoveel tijdelijkheid is het geen wonder dat men meer aandacht gaat schenken aan een tuin. Hierdoor gaat deze extra betekenis krijgen en wordt deze onderwerp van idealisering en verlangen.

Juist omdat tuinen niet van lange duur zijn, is er van de tuinkunst uit het verleden maar weinig overgebleven. Wat nog rest zijn afbeeldingen en beschrijvingen die vaak als een reƫle afspiegeling van die verloren wereld worden beschouwd; als materiaal waarmee de geschiedenis van de tuinarchitectuur kan worden gereconstrueerd.

 

 INLEIDENDE BEGRIPPEN